(egypt. Palek) eiland in den Nijl nabij Assuan in Boven-Egypte, uit graniet bestaand, 380 m. lang, 130 m. breed, beroemd om zijn egyptische tempelbouwwerken en zijn fraaie natuur.
Een terrasmuur omringt het geheele eiland, welks bodem aan Isis gewijd was, die daar als Hathor (Aphrodite) en godin van Aab, d. i. Abatos (zie ald.), vereerd werd. De monumenten, die bijna de helft van het eiland beslaan, de tamelijk wel bewaard gebleven tempel van Isis met zuilengangen, pylonen en muurschilderingen, zijn eerst onder de 30ste dynastie door Nectanebus I (378 —360 v. Chr.) gebouwd. De Ptolemeën voerden de overige bouwwerken uit; door de romeinsche keizers, vooral Tiberius, werden ze vergroot en verfraaid. In 577 werd de tempel in een kerk van den h.
Stephanus veranderd en van de afgodsbeelden gezuiverd. Thans wordt P. door Nubiërs bewoond en heet in het arabisch Dschesiret el-birbe, het tempeleiland.
