Nederl. godgeleerde, broeder van den vorige, geb. in de 17de eeuw te Kwadijk, studeerde te Leiden in de godgeleerdheid, werd in 1722 predikant te Oosthuizen en in 1725 hoogleeraar te Harderwijk, kreeg op grond van ziekte en aanvallen van zinsverbijstering na vele onaangenaamheden in 1741 zijn ontslag, waarna hij in armelijke omstandigheden in Zwolle leefde, totdat hem in 1770 door bemiddeling van prins Willem V een klein pensioen werd toegekend. Van zijne geschriften zijn te noemen: Ordo fmidamentorum punctationis indicatus (1741), Chronicon Pentateuch! et libri Estherae (1742), De Summa Sacrae Scripturae finnitate (1743), Over de zaligsprekingen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk