schuilnaam van een of meer aanhangers der wijsbegeerte van Descartes, bekend geworden uit een pennestrijd met den Groningschen Hoogleeraar Samuel des Marets. Sommigen noemen Anselaer, predikant in Zeeland, anderen van Mansvelt, Hoogleeraar te Utrecht als den drager van dien schuilnaam.
Meerdere geschriften verschenen onder dien naam in 1670 en 1671.