een der Diadochenrijken, werd 282 v. Chr. door Philetaerus gesticht.
Deze handhaafde zich tegenover Syriërs, Bithyniërs en Galliërs en liet het rijk in 263 na aan den zoon zijns broeders, Eumenes I, die groote veroveringen in Azië maakte en ook op Antiochus van Syrië de overwinning behaalde; hij overleed 241. Hij werd opgevolgd door Attalus I, die het geheele westen van Klein-Azië beheerschte, het eerst den titel van koning aannam, door een verbond met de Romeinen steun gaf aan zijn rijk, nijverheid en geleerdheid bevorderde en zijn hoofdstad met prachtige bouwwerken versierde; hij overleed 197. Zijn zoon en opvolger Eumenes II was in den oorlog tusschen de Romeinen en Antiochus den Grooten een trouw bondgenoot van eerstgenoemden, hij stichtte de naderhand zoo beroemde Pergameensche bibliotheek en bouwde ter herinnering aan het gelukkig afweren der Galliërs het prachtvolle altaar met het Gigantenfries (zie Pergamus). Ook zijn broeder en opvolger Attalus II Philadelphus (sedert 159) beminde de wetenschappen; hij overleed 138. Diens neef Attalus III Philometor (sedert 138) regeerde daarentegen als tiran, liet zijn verwanten uit den weg ruimen en vermaakte 133 stervend zijn rijk aan de Romeinen, die in 129 Pergamum onder den naam Asia propria in een romeinsche provincie veranderden, wier hoofdstad Pergamus werd.
