Spaansch inquisiteur, geb. 1442 te Epila; hij studeerde te Huesca en te Bologna theologie en werd in 1474 canonicus van Saragossa; in 1476 trad hij in de orde der Augustijnen en ontving 1477 de priesterwijding. In 1484 werd hij door grootinquisiteur Torquemada tot inquisiteur van Aragon benoemd en geldt als zoodanig bij vele tegenstanders der Spaansche' Inquisitie als de type van een kettervervolger, als een echten bloedhond, die met wreed fanatisme de moo^ ren en israelieten binnen zijn ambtsgebied zou hebben vervolgd en veien hunner den vuurdood zou hebben doen ondergaan.
Kaulbach ontleende aan Arbues zijn schilderij Petrus Arbues van Epila, de grootinquisiteur Jesuieten, (1871,) met aan de eene zijde een groep veroordeelde ketters, aan de andere A. en zijn monniken, afgebeeld als ware duivelen van wreedaardigheid. Arbues was reeds dood, toen de stichter der Jesuieten-orde nog moest geboren worden. Prof. Schlotmann noemt hem in zijn Erasmus Bedivivus een bloedmensch en menschenslachter, die een menigte menschen ter dood deed brengen, waarop de geschiedschrijver Bauer Schlotmann uitdaagde uit vertrouwbare bronnen slechts één terechtstelling in Aragon tusschen den datum waarop A. zijn functie aanvaardde (19 Sept. 1484) en die waarop hij door een aantal israelieten om het leven werd gebracht (14 Sept. 1485) aan te wijzen, op welke uitdaging geen antwoord inkwam. Arbues werd gedood in de kathedraal van Saragossa, waar hij aan het koorgebed zou deelnemen. 17 April 1663 werd Arbues door paus Alexander VII zalig, en in 1867 door paus Pius IX heilig verklaard.