russisch romanschrijver, geb. 3 Nov. (22 Oct.) 1819 te Nischnij Nowgorod, studeerde 1834—37 in de philologie te Kasan, was vervolgens leeraar aan het gymnasium te Schadrinsk (gouv. Perm) en 1839—46 aan dat in zijn vaderstad, waarop hij overging in den administratieven dienst; hij overleed aldaar 13 (1) Febr. 1883.
Behalve zijn historische werken, met name over de schismatieken der grieksch-russische kerk (Raskolniki), publiceerde hij onder den naam Andrej Petscherskij een aantal novellen; zijn hoofdwerken zijn echter de beide romans In de wouden (1872—73) en Op de bergen (1875—80), waarin de zeden der zich tot de Raskolniki rekenende russische kooplieden alsmede der boeren aan de Wolga geschilderd worden.