(lat., de Paltssche) de beroemde Heidelbergsche bibliotheek, die uit de verzameling der stiftskerk van den H. Geest en der den keurvorst van de Palts behoorende slotbibliotheek bestond.
Na de verovering van Heidelberg door Tilly (1622) werd zij door keurvorst Maximiliaan van Beieren aan paus Gregorius XV geschonken en in 1623 het grootste en kostbaarste gedeelte daarvan (alleen 3527 bandschriften) naar Rome vervoerd en in de Vaticana geplaatst, waar nog tegenwoordig die afdeeling den naam P. draagt. Van Rome keerde eerst 1816 en 1817 een klein gedeelte, de oud-duitsche handschriften, 854 in getal, naar Heidelberg terug; 38 van de overige kostbare handschriften, die 1797 van Rome naar Parijs gevoerd waren, kwamen eveneens 1815 naar Heidelberg terug.
