Gepubliceerd op 28-02-2021

Palatijnscke heuvel

betekenis & definitie

(lat. Mons Palatinus) na het Kapitool de beroemdste der zeven heuvelen van Rome, bereikt ongeveer een hoogte van 50 m. boven den zeespiegel (43 m. boven den Tiber) en vormt een onregelmatigen vierhoek.

Evenals de kapitolijnsche bestaat hij uit twee gescheiden toppen en daalt naar het n.o. tamelijk steil af. De oudste naam is Palatium. De ouden brachten hem ten onrechte in verband met de arcadische stad Pallantium; wellicht hangt hij samen met de godin Pales. Palatium' is tevens de naam van het volgens de sage door Romulus hier gestichte oudste Rome, van Roma quadrata (zoo genoemd naar den vorm van den heuvel). Op den Cermalus (de n.w. helling van den P.) toonde men later het Lupercal (zie Lupercalia) en de met stroo gedekte hut van Romulus enz.. Op en bij den P. lagen de oude tempels van Jupiter Stator,.

Victoria en der Magna Mater. Daarnaast stonden echter van oudsher private woningen, zoo als dat van Cicero en andere aanzienlijke Romeinen. Een daarvan is in het zg. huis van Livia bewaard gebleven. Het huis van Hortensius op de z. helft van den heuvel kocht Augustus, bouwde het nieuw op voor woonhuis en in de nabijheid den tempel van Apollo' Palatinus (28 v. Chr.) met de beroemde grieksche en latijnsche bibliotheek. De P. werd daarmede residentie en op haar ging de naam Palatium over.

De noordel. helft werd door Tiberius en Galigula met paleizen bebouwd; de Plavii (Vespasianus, Titus, Domitianus) overbrugden de laagte tusschen beide helften met machtige fundeeringen, waarop zij een prachtig slot bouwden. Hadrianus en Septimius Severus breidden de palatijnsche bouwwerken naar het z. uit; laatstgenoemde bouwde als afsluiting van den hier uitloopenden Appisehen weg het zg. Septizonium, een zuilenbouw van verschillende verdiepingen. Sedert Alexander Severus hield de P. op. voortdurende residentie der keizers te zijn. Sedert 1861 begonnen de stelselmatige opgravingen op den P.

< >