een door het Berlijnsche congres van 1878 gevormde autonome provincie van het Osmaansche rijk, gelegen in Opper-Thracië, tusschen Balkan, Rhodope en de kusten der Zwarte zee; bepaald werd dat Philippopel de hoofdstad zou zijn en dat het bestuur in handen zou worden gegeven van een door de Porte onder goedkeuring der mogendheden benoemden christelijken gouverneur-generaal. Van Oct. 1878 tot Mei 1879 werd deze functie vervuld door den russischen generaal Stolypin; hij werd opgevolgd door vorst Alexander Vogorides (Mei 1879—Mei 1884) en deze door Gabriel Krestowitsj (Gavril-Pacha).
De door den vrede van San Stefano reeds bijna verwezenlijkte, maar door bovengenoemd congres weer verijdelde hoop der bevolking van O. op vereeniging met Bulgarije, leefde, met nieuwe kracht op, toen de Porte alle door den oost-rumelischen landdag aangenomen begrootingen en wetten ongeldig begon te verklaren. De onbloedige revolutie van Philippopel, 18 Sept. 1885, bracht de gewenschte verandering. Krachtens een overeenkomst tusschen Bulgarije en de Porte, welke door een protocol van 5 April 1886 door de mogendheden bevestigd werd, benoemde de sultan na den servisch-bulgaarschen oorlog den vorst van Bulgarije tot gouv.generaal van O. Sinds bleef O. met Bulgarije vereenigd, onder bepaling dat het vorstendom aan de Porte jaarlijks 2,951.000 francs moet betalen, waarvoor de Porte afstand deed van zijn recht om in O. belasting te heffen.