Gepubliceerd op 19-01-2021

Balkan

betekenis & definitie

(turksch: gebergte).

Algemeene naam van het oudtijds Haemus geheeten bergstelsel in het oostelijk deel van het griekschturksche schiereiland ; naar dit gebergte wordt genoemd schiereiland veelal Balkanschiereiland geheeten. In de lengte onderscheidt men drie onderdeelen:

1) de West-Balkan, loopende van het dal van de Timok, een zijrivier an den Donau, tot aan het dal van de Isker, die van de hoogvlakte van Sofia noordwaarts naar den Donau loopt; kristallijne gesteenten; hoogste toppen ‘2166 m.; passen slechts weinig onder de kamlinie gelegen;
2) de Midden- of Groote Balkan, van de Isker oostwaarts tot in de nabuurschap van Slivno loopend, met allerlei vertakkingen als de Etropolbalkan (6 km. lang), de Yelikibalkan (170 km.), enz.; hoogste toppen de Jumruktschal, 2374 m., de Kadimlia, 2280 m; de Middenbalkan vormt de waterscheiding tusschen Donau en Maritza en de grensscheiding tusschen Bulgarije en Rumelië;
3) Oost-Balkan, loopende van Slivno tot aan de Zwarte zee ; dit gedeelte heeft een grootere horizontale uitgebreidheid, doch een geringe kamhoogte dan de beide vorige hoofdgroepen en verloopt ten slotte in heuvelige vlakten; weinige punten gaan 1000 m. te boven. In den Oost-Balkan treden drie afzonderlijke ketenen op : de Emine-Dagh, die in den gelijknamigen kaap eindigt, de Kleine Balkan, die bij het vereenigingspunt der beide Kamtschikrivieren eindigt, en de Noord-Balkan, die zich tot een plateau uitbreidt, aan welks noordrand de vesting Schumla ligt.

< >