(graaf) russisch staatsman, zoon van den volgende, geib. 1754, was 1779—96 russ. gezant in Frankfort a.M., 1802—7 minister van handel, vervolgens van buitenl. zaken, vergezelde 1808 den keizer naar Erfurt, ging 1809 naar Parijs voor onderhandelingen met Napoleon en sloot in hetzelfde jaar (17 Sept.) met Zweden den vrede van Fredrikshamn, krachtens welken Finland aan Rusland kwam. R. werd dientengevolge rijkskanselier, legde 1812 zijn ambt neder en wijdde zich aan de bevordering der wetenschappen.
Hij rustte 1815 op eigen kosten het schip Rurik uit, dat onder Otto von Kotzebue een reis om de wereld deed, verzamelde en publiceerde bouwstoffen voor de russ. geschiedenis en stelde zijn bibliotheek, zijn munten- en mineralenkabinet ten algemeenen nutte open, waaruit het Rumjanzewsche museum ontstond, dat 1861 naar Moskou verplaatst en met ethnographische en andere verzamelingen vermeerderd werd. R. overleed 15 Jan. 1826.