of Nepheritês, grieksche vorm van den naam Neforitou.
N. I, 399—396 v. Chr., sloot, om zich tegen de Perzen te kunnen handhaven, een verhond met Sparta en zond dezen staat een vloot ter hulp, in den oorlog tegen de Atheners en Beotiërs. Maar toen Conon zich van deze vloot had meester gemaakt (396) en Arthaxerxes II een krijgstocht tegen Egypte voorbereidde, liet hij zij« inmenging in de aangelegenheden van Griekenland varen, versterkte de kusten aan de Delta en verzamelde een leger bij Pelusium. Hij overl. echter voor dat de Perzen Egypte hadden aangevallen.