(Mustafa) naam van verschillende sultans van Turkije:
M. I, sultan van 1617—18 en 1622—23, geb. 1591 te Konstantinopel, was een zoon van Mohammed III en kwam 22 Nov. 1617 als opvolger van zijn broeder Achmed I aan de regeering. Daar hij half idioot was, werd hij 26 Febr. 1618 afgezet en zijn neef Osman II in zijn plaats sultan. Nadat deze vermoord was werd M. 19 Mei 1622 opnieuw op den troon verheven, doch 20 Aug. 1623 wederom ten val gebracht; hij overleed 1639.
M. II, sultan van 1695—1703, geb. 2 Juni 1664 te Konstantinopel als zoon van Mohammed IY, volgde zijn oom Achmed II 6 Febr. 1695, op een tijdstip dat de Porte zich in oorlog met de Russen, Polen, Oostenrijkers en Venetianen bevond, op. M. aanvaardde zelf het opperbevel in Hongarije, werd echter door prins Eugenius bij Zen ta 11 Sept. 1697 beslissend verslagen, zoodat hij kort daarop onderhandelingen moest aanknoopen, welke 26 Jan. 1699 tot den vrede van Karlowitz leidden. De ongunstige voorwaarden van dezen vrede riepen groote ontevredenheid in ’t leven, en toen M. beproefde het Janitsarenkorps te hervormen, werd hij door hetzelve 22 Aug. 1703 van den troon gestort. Hij overleed enkele maanden later.
M. III, sultan van 1757—74, geb. in Juni 1717 te Konstantinopel als zoon van Achmed III, volgde 29 Oct. 1757 zijn neef Osman III op. Hij geraakte na den dood van zijn bekwamen grootvizier Raghib Pasja (1763) weldra in oen ongelukkigen oorlog met Rusland, waarin de Turksche vloot bij Tschesme (5 Juli 1770) totaal vernietigd werd. Nog voor het einde van den oorlog overleed M. 21 Jan. 1774. .
M. IV, sultan van 1807—1808, geb. 1779 te Konstantinopel als zoon van Abdul-Hamid I, werd na den val van sultan Selim III 31 Mei 1807 door een Janitsarenrevolutie op den troon verheven, doch reeds 28 Juli 1808 door den stadhouder van Roetsjoek, Mustapha (zie ald.) Bairaktar, ten val gebracht. Zijn opvolger werd zijn jongere broeder Mahmoud II. Toen de Janitsaren ten gunste van M. opstonden, liet Bairaktar hem 15 Nov. 1808 verworgen.