de eerste groote protestantsche kerkgeschiedenis, zoo geheeten wijl zij in eeuwetn is afgedeeld en grootendeels te 'Maagdenburg geschreven is; zij werd begonnen door Matthias Flacius; de voornaamste medewerkers waren Joh. Wigand, Matth.
Judex, Basilius Faber, Andr. Corvinus en Thomas Holthuter. De kosten van dit werk, dat tot 1300 loopt en 1559—74 te Bazel in druk verscheen, (in 13 foliobanden, waarvan elke band een eeuw behandelt), werden gedragen door de protestantsche duitsche vorsten.
