Belgisch dichter, geb. te Cambrai, 18 Maart 1806, overl. bij Tussel, 17 Mei 1887. In 1826 werd hij professor aan het gymnasium te Luik; in 1830 werd hij eerst secretaris en later afdeelingschef aan het ministerie van onderwijs; in 1850 was hij opperbibliothecaris der staats-bibliotheek te Brussel.
Van zijne werken verdienen in de eerste plaats vermelding: „Sardanopale” (treurspel);„Le Folliculaire anonymë” (blijspel);
„Souvenir de ma vie littéraire;
„L’alliance de l’art et de l’industrie;”
„Louis Gruyer, sa vie, ses écrits, ses correspondances;”
„André van Hasselt”