Louis jérôme gohier

betekenis & definitie

fransch politikus, geb. te Semblançay (Indre-et-Loire), 1746, overl. te Montmorency, 1830, bezocht het jezuieten-college te Tours, werd advokaat bij het parlement van Bretagne, en zag zich in Sept. 1791 door het departement tot lid van de Assemblée gekozen; hij nam als zoodanig zitting in het wetgevend comité, werd belast met het opmaken van het rapport inzake het onderzoek tegen Lodewijk XVI, en stelde een memorie op omtrent de in de Tuilerieën gevonden papieren, die op last van de Assemblée gedrukt en in geheel Frankrijk verspreid werd; bij de verkiezingen voor de Conventie uitgevallen werd hem een gouvernementsbetrekking verschaft en in Maart 1793 volgde hij Garat op als minister van justitie; bij de opheffing der ministeries in 1794 werd hij president van het tribunal criminel van de Seine, vervolgens rechter bij het hof van cassatie. In Juni 1799 werd hij lid van het Directoire, waarvan hij de laatste president was; na 18 Brumaire trok hij zich uit het publieke leven terug, aanvaardde evenwel in 1802 den post van fransch gezant te Amsterdam, wees in 1810 dezelfde betrekking in de Vereenigde Staten van de hand en trok zich thans voorgoed terug.