Gepubliceerd op 23-02-2021

Koning (kunstenaars)

betekenis & definitie

Koninck of Coning, naam van verschillende nederlandsche kunstenaars; de meest bekende van hen zijn:

1) Salomon de K., geb. te Amsterdam 1609, overl. 1656, was leerling van David Colijn, Frans Vernando en Nicolaas Moyaert en sedert 1630 lid van de schilders-academie te Amsterdam. Van zijn werken zijn het meest bekend: Sint Hieronymus (Bazel), David en Saul (Frankfort a/M.), Christus en de Schriftgeleerden (Munchen), Roeping van Sint Matthaeus (Keulen).
2) Philips de K., geb. te Amsterdam 1619, overl. ald. 1688, was leerling van Rembrandt, schilderde vooral landschap en portretten, o. a. twee fraaie landschappen (Amsterdam, ’s Gravenhage) een portret van Vondel (Amsterdam) en een portret van zichzelf (Florence).
3) David de K., geb. te Antwerpen 1636, overl. te Rome 1689, schilderde bij voorkeur dieren en vruchten. Op bijna al zijn schilderijen ziet men konijnen, iets dat hem den bijnaam van Rammelaer (mannetjes konijn) verschafte. Zijn voornaamste doeken zijn: Doode en levende vogels, Gezicht in Holland (Brussel), Tuin met fonteinen en dieren (Gent), Zwanen, visch en wildbraad (Brugge). _

< >