Gepubliceerd op 18-03-2021

Karl von rotteck

betekenis & definitie

duitsch geschiedschrijver en staatsman, geb. 18 Juli 1775 te Freiburg i. Br., werd 1798 hoogl. in de geschiedenis, 1818 in het natuurrecht en de staatswetenschap aan de universiteit aldaar, die grootendeels aan zijn geschrift [i]Für die Erhaltung der Fnio.

Freiburg[/i] (1818) haar voortbestaan te danken had; de universiteit koos hem derhalve 1829 tot haar afgevaardigde in de Eerste Kamer; 1831 kreeg hij een mandaat voor de Tweede Kamer, waartoe hij tot zijn dood bleef behooren; de reactie bezorgde hem Oct. 1832 zijn emeritaat, onderdrukte het door hem opgerichte tijdschrift ,,Der Freisinnige”, verbood hem de leiding der „Allgem. polit. Annalen” en weigerde zijn verkiezing tot burgemeester van Freiburg te bekrachtigen. Hij overl. 26 Nov. 1840. Van zijn werken noemen wij zijn Allgemeine Geschichle (6 dln., 1813—18; vervolgd door Steger en Hermes, in verschillende uitgaven), die zeer veel bijdroeg tot verbreiding der liberale ideeën, voorts: Lehrbuch des Vernunflr echts und der Staat swissen schaft en (dl. 1 en 2, 1829—30; dl. 3 en 4, 1834—35), Sammlung kleiner Schriften, etc. (5 dln., 1829—37. In vereeniging met Welcker begon hij het Staatslexikon (15 dln., 1834—44). r

Rotten Boroughs

rotte, doode steden, noemde men in Engeland plaatsen, waar het recht om afgevaardigden naar het parlement te zenden in enkele handen was; de parlementsreform van 1832 maakte aan dien toestand een einde.

< >