Gepubliceerd op 14-03-2021

Karl maria von weber

betekenis & definitie

duitsch componist, geb. 18 Dec. 1786 te Eutin, waar zijn vader hofkapelmeester was, leerling van Heuschkel (Hildburghausen), M'ch. Haydn (Salzburg) en Wallichausen (Munchen) waar hij zijn eerste opera: Die Macht der Liebe und des Weins schreef.

Te Freiberg componeerde hij in 1800 de opera Das surnme Waldmädchen en te Salzburg in 1801 de operette Peter Schmoll Hij voltooide in 1803 zijn opleiding te Weenen bij den abt Vogler, werd in 1804 muziekdirecteur te Breslau, vervolgens secretaris van prins Lodewijk van Württemberg te Stuttgart en schreef aldaar de opera Sylvana; 1813—16 directeur der opera te Praag en daarna te Dr esden, waar hij met de vermaarde tooneelspeelster Lina Brandt in het huwelijk trad. De verbazende opgang, dien de beroemdste zijner opera's, Der Freischüiz, in 1822 maakte, gaf aanleiding, dat hij zich naar Weenen begaf, om daar zijn Euryanthe te schrijven, en later naar Londen, waar hij zijn Oberon schreef en opvoerde en 5 Juni 1826 overleed. W. is de nationale roman tiker van Duitschland. Zijn stoffelijk overschot werd in 1844 uit de Moorfieldskapel te Londen naar het kerkhof te Dresden övergebracht, en in 1857 werd aldaar voor het theater een standbeeld voor hem opgericht. Heil heeft zijn Hinterlassene Schriften uitgegeven (2de dr. 1850); zijn leven is beschreven door zijn zoon, Max Maria v. W. (1866, 3 dln.), Jöhns (1873), Reissmann (1882), Gehrmann (1899).

< >