Gepubliceerd op 18-03-2021

Karl ludwig schleich

betekenis & definitie

duitsch chirurg, geb. 1859, was assistent bij Helferich, Olshausen en Senator, practiseert te Berlijn en verkreeg 1899 den titel prof.; heeft verschillende nieuwe, w.o. aanvankelijk als zeer gewaagd beschouwde kunstbewerkingen ingevoerd, o. a. de infiltratieanaesthesie (het gevoelloos maken door overvloedige inspuiting van giftvrije oplossingen van keukenzout, cocaïne en morphium), is de grondlegger der atoxische wondbehandeling (chloroform-alcoholbehandeling), en vond eenige z.g. homogene, d. i. met de lichaamssappen verwante artsenijen (waspasta, serumpasta enz.); maakte op psychologisch gebied bijzondere studie van den slaap, den droom en het geheugen. Hoofdwerken: Psychophysik des natürlichen und künstlichen Schlafes (4de dr. 1899), Neue Methoden der Wundheilung (2de dr. 1900), [i]Hygieine der Hand und chirurg.

Prophylaxe[/i] (1901), Atoxische Wundbehandlung (1902), enz.

< >