Gepubliceerd op 20-01-2021

Karl friedrich reinhard von dalwigk

betekenis & definitie

(vrijheer) Hessisch staatsman, geb. 19 Dec. 1802 te Darmstadt, overl. aldaar 28 Sept. 1880, trad in 1828 in hessischen staatsdienst, werd 1 Juli 1850 minister-president en tevens minister van het hertogelijk huis, van binnenen buitenl.; zijn politiek en zijn regeering waren in hooge mate bureaucratisch en reactionair; in de duitsche aangelegenheden betoonde hij zich een beslist particularist en een bijna fanatieken tegenstander van Pruisen; in 1866 sloot hij zich bij Oostenrijk aan, en nam op de nadering van de pruisische Main-armee met den groothertog de wijk naar München, van waar hij vruchteloos de hulp van Frankrijk inriep ; hoewel hij na het tot stand komen van den vrede met Pruisen op de door dit land gestelde voorwaarden de militaire conventie met Pruisen en in 1870 de opneming van Hessen in het Duitsche rijk afsloot, kreeg hij niettemin 6 April 1871 op nadrukkelijk verlangen van het hof te Berlijn zijn ontslag.

< >