Gepubliceerd op 18-03-2021

Karl christian erhard schmid

betekenis & definitie

duitsch wijsgeer, te Heilsberg (Weimar) in 1761 geb., 1791 hoogleeraar in de wijsbegeerte te Giessen, beijverde zich Kant’s leerstellingen in Duitschland te verspreiden. Om dit doel te bereiken deed hij vele schriften, die op Kant’s wijsbegeerte betrekking hadden, Kritik der reinen Vernunft (4de uitg., Jena 1798), Wörterbuch zum Gebrauch der Kanf sehen Schriften (3de uitg., Jena 1795), het licht zien.

In 1793 werd hij hoogleeraar in de Philosophie te Jena. Laatste schriften: Adiaphora (Jena 1809) en de Allgemeine Encyklopädie und Methodologie der Wissenschaften (Gotha 1810). Hij overl. in 1812.Zijn zoon Johann Heinrich Theodor S., in 1799 te Jena geb., maakte zich het eerst in de wetenschappelijke wereld bekend door een Gesch. des Mysticismus des Mittelalters in seiner Entstehungsperiode (Jena 1824) en werd in 1830 buitengewoon hoogleeraar in de Philosophie te Heidelberg, waar hij in 1836 overleed. Zijn wijsgeerige beschouwingen heeft hij medegedeeld in de Metaphysik der innern Natur (Leipz. 1834) en in de na zijn dood uitgegeven Vorlesungen über das Wesen der Philosophie und ihre Bedeutung für Wissenschaft und Leben (Stuttg. 1836). Bovendien verscheen van hem een kritiek op „Schleiermacher’s Glaubenslehre” (Leipz, 1835).

Reinhold S., een broeder des vorigen, in 1800 geb., maakte veel werk van overblijfselen van het Angelsaksische recht, waarover hij meerdere opstellen in den „Hermes” schreef. Hierop volgde de uitgave en vertaling der Gesetze der Angelsachsen (2de veel verbeterde en vermeerderde druk, 1858). In 1832 tot buitengewoon hoogleeraar te Jena benoemd, ging hij in 1836 naar Bern als hoogl. in het rom. recht en hield zich daar vooral met de rechtsphilosophie bezig; Theorie und Methodik des bürgerlichen Rechts (Jena 1848).

< >