de grootste planeet van ons zonnestelsel; J. overtreft in massa alle andere planeten tezamen; gemiddelde afstand van de zon, 777 mill. km., aphelium 844 mill. km., perihelium 739 mill. km.; de afstand van de aarde wisselt van 587 tot 961 milliöen km.; lengte van de middellijn des equators 142.500 km. (11 maal grooter dan die der aarde), oppervlakte 118 en volumen ongeveer 1289 maal zoo groot als dat der aarde; dichtheid 1,4, dus circa x/4 van die der aarde (een lichaam dat op aarde 1 kilogr. weegt, weegt op J. 2V2 kilogr.) J. wentelt in 9 uren en 55 minuten 34 seconden eenmaal om zijn as; welke snelle beweging een sterke afplatting aan de polen (ongeveer 1/16) veroorzaakt. De omloopstijd van J. om de zon bedraagt siderisch 4332 dagen 14 uren, tropisch 4330 dagen 14 uren; de helling van zijn equator op het vlak der loopbaan (helling der ecliptica) bedraagt slechts 3° 6', waaruit voortvloeit gering onderscheid tusschen de jaargetijden, zeer groot onderscheid tusschen de klimaten.
Op grond van nauwkeurige waarnemingen neemt men het bestaan eener dichte atmosfeer aan. Scherpe oogen kunnen J. zien als een heldere gele schijf, die soms Venus overtreft in glans. Met behulp van kijkers ziet men op zijn oppervlakte strepen die evenwijdig loopen aan zijn evenaar en zeer veranderlijk zijn; verder heeft men herhaaldelijk heldere vlekken op J. waargenomen, en in 1878 ook een roode vlek, die tal van jaren zichtbaar bleef; men neemt aan dat dit wolkenmassa’s zijn. Waarschijnlijk bezit J. geen eigen licht; echter is het niet buitengesloten dat enkele zeer heldere vlekken af en toe eigen licht ontwikkelen. Zijn albedo bedraagt 0,62. In natuurlijke gesteldheid stemt J. meer met de zon dan met de aarde overeen.In zijn loop om de zon wordt J. vergezeld door 5 wachters of manen. Vier daarvan zijn onmiddellijk na de uitvinding der verrekijkers ontdekt (door Simon Marius en Galilei), de 5de op 9 Sept. 1892 (door Bernard, met den grooten refractor der Lick-sterrenwacht). Deze manen bewegen zich alle zeer snel en veroorzaken bijna dagelijks verduisteringen. Van J. uit worden zij naar volgorde de 5de, 1ste (Io), 2de (Europa), 3de (Ganymedes) en 4de (Callisto) maan van J. geheeten. Hun afstanden van J. bedragen 21/s, 6, 92/3, 15V3 en 27 stralen van J., hun omloopstijden x/2, ls/4, 3V2, 71/8 en 162/3 dagen. Alle zijn grooter dan onze maan, doch de afstand van hun planeet is grooter en zij zouden voor een menschenoog op J. kleiner schijnen dan de aardmaan.
De bewoners van de 1ste maan van J., zoo deze er zijn, zien de schijf van J. 1600 maal grooter dan wij de schijf van de zon. Van deze maan gezien vertoont de zon zich 30-maal kleiner dan J. De berekeningen betreffende de verduisteringen der wachters van J. worden geregeld gepubliceerd in den „Nautical Almanac”.