Oostenrijksch ontleedkundige, geb. 29 Jan. 1816 te Weenen, studeerde aldaar in de medicijnen, werd in 1844 hoogleeraar in de anatomie aan de hoogeschool te Zürich, in 1849 in de pathologische anatomie te Praag, en arbeidde sinds 1854 als professor in de pathologische en topographische ontleedkunde aan de medisch-chirurgische Jozephs-academie te Weenen, na wier opheffing hij zich uit het onderwijs terugtrok; hij overl. 3 April 1899 te Weenen. Hij schreef: Entwurf einer pathol.anatom Propädeutik (Weenen 1845), Lehrbuch der puthol. Anatomie (dl. 1 1865; dl. 2 onder den titel Spezielle pathol. Anatomie, 1856), Untersuchungen über Schädelformen (Praag 1851), Das Knochengerüst des menschlichen A ntlitzes (1850), Kompendium der topogr. Anatomie (1859), Anleitung zur Beurteilung des Leichenbefundes (1846), Sektionsbeschreibungen (1861), Darstellung der Leichenerscheinungen (1854); verder artikelen in binnen- en buitenl. vaktijdschriften. E. heeft de ontleedkunde, in al haar vertakkingen en toepassingen, een belangrijke schrede verder gebracht; aanvankelijk onvoorwaardelijk aanhanger der Weener school, maakte hij zich weldra van deze los, om er voorts naar te streven de ontleedkunde, door haar een wetenschappelijke terminologie en karakteristiek der anatomische eigenschappen der organen in gezonden en zieken toestand te scheppen, tot een wetenschappelijke physiographie te verheffen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk