Gepubliceerd op 29-01-2021

Joseph emler

betekenis & definitie

Boheemsch geschiedvorscher, geb. 10 Jan. 1836 te Liban, studeerde te Weenen in de geschiedenis, werd in 1871 archivaris der stad Praag, in 1879 hoogleeraar aan de hoogeschool aldaar; hij overl. 10 Febr. 1899; hij gaf verscheidene verzamelingen van bronnen der boheemsche geschiedenis in het licht, als: Beliquiae tabularum terrae regni Bohemiue (2 dln, Praag 1270—72), en Fontes reriim Bohemicarum (4 dln. Praag 1871—84); sinds 1879 gaf hij met andere geleerden een tsjechisehe „Algemeene Geschiedenis” (Dejepis oseobeouj) in het licht.

< >