José guttierez de la concha

betekenis & definitie

(don) markies de la Habaha, spaansch generaal en politikus, geb, te Cardova de Tucuman (Buenos-Ayres), 1812, overl. te Madrid, 1895, broeder des vorigen; hij streed eerst tegen de opgestane spaansch-zuid-amerikaansche koloniën, ging vervolgens naar Spanje om den troon van Spanje voor Isabella tegen de carlisten te verdedigen, voegde zich later bij de liberale oppositie, moest bij het aan het bestuur komen van Narvaez Spanje verlaten, hield zich eenigen tijd te Bordeaux op, keerde onder de regeering van het kabinetO’Donnell naar Spanje terug, werd in 1862 tot ambassadeur te Parijs benoemd, nam weldra als zoodanig ontslag, nam in Spanje teruggekomen ijverig aandeel aan de politiek en werd in 1863 minister van oorlog in het kabinet-Miraflores; nadat Gonzalez Bravo was opgetreden werd hij op 18 Sept. 1868 met het vormen van een nieuw ministerie belast; hij verdeelde Spanje in vier militaire districten en zond tot herstel der rust een leger naar Andaluzië; toen dit leger, aangevoerd door Novaliches, op 28 Sept. verslagen werd, legde 0. den volgenden dag zijn ambt neder; hij was tweemalen kapitein-generaal van Cuba, 1849—52 en 1872—74 ; hij beging hier vele misslagen en trad met groote hardheid op; na de troonsbestijging van Alfonso XII trok hij zich uit het openbare leven terug; in 1882 aanvaardde hij weer de benoeming tot president van den Senaat; in 1883 werd hij bevelhebber van het spaansche noorderleger.