engelsch sanskritist, geb. 5 Febr. 1810 te Glasgow, werd opgeleid aan de universiteit aldaar en aan het East India College te Haileybury, trad vervolgens in dienst der Oostindische Compagnie, eerst (1828) als klerk te Bengalen, en bleef daarin tot 1853, verschillende posten bekleedend; hij overleed 7 Maart 1882 te Edinburg. Zijn voornaamste werk is: Original Sanskrit texts on the origin and history of the people of India, their religion and institutions (3 dln., Londen 1858 —72, gedeeltelijk in 3den dr.), een bloemlezing nit de voornaamste bronnen voor de indische beschavings- en godsdienstgeschiedenis met engelsche vertaling.
Een bloemlezing van indische spreuken zijn voorts zijn Religious and moral sentiments metrically rendered from Sanskrit writers (Londen 1875). Voor practische doeleinden diende Nataparikshd, or examination of religions (Calcutta 1854). Groote verdienste verwierf M. zich in 1862 voor de stichting van een leerstoel voor Sanskriet en vergelijkende taalkunde aan de universiteit te Edinburg, waarvoor hij een som van 4000 pd. St. (later verhoogd tot 5000 pd.) schonk.