noord-amerikaansch geschiedschrijver, geb. 15 April 1814 te Dorchester (Massachusetts), studeerde te Cambridge (Massach.), Göttingen (waar hij vriendschap met Bismarck sloot) en Berlijn, deed een reis door Europa, bezocht vooral Italië, keerde 1834 weer naar de Vereenigde Staten terug, studeerde in de rechten en werd advocaat. 1841 werd hij secretaris bij het gezantschap te Petersburg, verbleef van 1842 tot 1851 in de Vereenigde Staten, van 1851 tot 1856 te Berlijn, Dresden, Brussel, van 1861—68 als gezant te Weenen en sedert 1870 in Engeland, waar hij 29 Mei 1877 op Kingston Russel House bij Dorchester (Dorsetshire) overleed. Hij publiceerde 1839 anoniem de novelle Morton’s hope en 1849 de novelle Merry Mount.
In Europa wijdde hij zich aan historische studiën en schreef: The rise of the Dutch republic (3 dln., 1856 en meerm.), History of the United Netherlands 4 dln., (1860 —68), Four questions for the people at the presidential election en Historie progress and American democracy (1868), The life and death of John Barneveld, advocate of Hólland, with a view of the primary causes and niovements of the Thirty Years’ War (2 dln., 1874).De werken van M. over tijdperken uit de geschiedenis van Nederland zijn door Bakhuizen van den Brink in onze taal overgebracht.