duitsch cartograaf, geh. 11 Mei 1765 bij Baruth, verliet als sergeant den krijgsdienst om zich geheel aan de topographie te kunnen wijden; hij deed op dit gebied allerlei kleine zeer practische uitvindingen; hij bracht deelen van het Saksische Ertsgebergte en de omgeving van Dessau in kaart, teekende tal van plattegronden (Warschau, Dresden enz.), en overl. 6 Sept. 1811 te Dresden. Hoofdwerken: Darstellung einer neuen Theorie der Bezeichnung der schiefen Flächen im Grundriss, oder der SituationsZeichnung der Berge (Leipz. 1799), en Anweisung zum richtigen Erkennen und genauen Abbilden der Erdoberfläche (2 dln.
Dresden 1812, met atlas).
