Gepubliceerd op 14-03-2021

Johan winkler

betekenis & definitie

Geb. 1840 te Leeuwarden, werd in 1860 aan de Klinische School te Haarlem bevorderd tot genees-, heel- en verloskundige; deed als zoodanig van 1861 —64, met troepen soldaten, drie reizen naar en van Java; was van 1865—75 arts te Leeuwarden; is thans ambteloos te Haarlem gevestigd. Voornaamste werken: Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon (’s-Gravenhage, 1874), De Nederlandsche Geslachtsnamen, in oorsprong, geschiedenis en beteekenis (Haarlem, 1885), Oud Nederland (’s-Gravenhage, 1888), [i]Friesche Naamlijst.

Onomasticon frisicum[/i] (Leeuwarden, 1898), Studiën in Nederlandsche Namenkunde (Haarlem, 1900); buitendien ruim 200 verschillende verhandelingen, meest van wetenschappelijk-taalkundigen aard, zoo in het Friesch als in het Nederlandsch en Hoogduitsch geschreven, geplaatst in verschill. Noord- en Zuid-Nederlandsche en Duitsche tijdschriften.

< >