(baron) belgisch geleerde 1808—1859, was sedert 1851 lid der Koninklijke Belgische Academie en sedert 1864 lid der Fransche Academie van inschriften en schoone letteren, wijdde zich voornamelijk aan oudheidkunde, richtte met Ch. Lenormant de „Gazette Archéologique” op (1876) en dirigeerde met Longpérier de „Revue de numismatique”.
Hij schreef met Lenormant: IJ élite des monuments céramographiques.
Witte berg
berg ten w. van Praag; bekend door de overwinning, hier op 8 Nov. 1620 door de keizerlijken onder Maximiliaan van Beieren en Buquoy behaald op de opgestane Bohemers onder Christiaan van Anhalt.