Gepubliceerd op 23-02-2021

Introïtus

betekenis & definitie

(lat., ingang) in de r.-kath. kerk het eerste der voor eiken dag veranderlijke gebeden der H. Mis, dat oorspronkelijk bestond uit een geheelen psalm, die door het koor gezongen werd, doch thans alleen bestaat uit een meestal aan den Bijbel ontleende spreuk, gevolgd door een psalmvers; daarop het Gloria Fatri enz., waarna de eerste spreuk herhaald wordt.

De I. wordt door den priester, na de gewone inleidende gebeden aan den voet des altaars, uit het misboek aan de epistelzijde van het altaar gelezen, en alleen in de hoogmis door het koor gezongen. In ruimeren zin wordt het geheele eerste gedeelte der Mis I. genoemd. Aan de beginwoorden van den respectieven I. ontleenen voorts de Zondagen van de Vasten en die na Paschen hun naam, zooals lnvocavit (zie ald.) enz. In den korteren vorm werd de I. ook door de hervormers in de protestantsche liturgie overgenomen en bleef hij in enkele kerkgenootschappen (zooals bijv. in Mecklenburg) nog tot den huidigen dag bestaan.

< >