GalUnaeeae L., (Alectromorphae Hurl.) of Krabvogels, Rasores 111., hierbij de platen Hoenderachtige vogels I—III, een groote groep van vogels, waartoe door sommigen ook de Duifachtigen (zie ald.) worden gerekend; scheidt men deze laatste van de H. af, dan bevat de groep der H. een 400-tal betrekkelijk zware, rijkelijk bevederde vogels, met korten, breeden, gewelfden snavel, meest zonder washuid, en naakte of eeltachtige plekken aan kop en hals, waaraan veelal aanhangsels (kammen, lellen) voorkomen. De H. houden zich vooral op den grond op; hieraan beantwoordt het maaksel hunner voeten; slechts bij enkelen (de kleine familie der stuithoenders) zijn deze gespleten, maar in den regel zijn de.teenen verbonden door een vlies, waardoor zij met een grootere vlakte op den bodem rusten, maar minder geschikt zijn tot het omklemmen van takken, vooral ook wijl de duim, die bij sommige soorten geheel ontbreekt, meestal hooger is ingeplant dan de overige vingers, zoodat hij slechts met de spits den grond raakt.
Hierop maken echter de familiën der grootvoethoenders (Megapodiidae) en hokkovogels (Cracidae) een uitzondering. Van de voorteenen der H. is de middelste de langste en hierdoor, alsook door de stompe nagels, zijn de voeten geschikt om den grond op te krabben en om te woelen. De tarsen zijn meestal van voren met eene dubbele rij van kleine schilden bedekt. De vleugels zijn bij de meesten klein, eenigszins bol en afgerond, en kunnen gedurende de vlucht het lichaam, dat over het algemeen zwaar en sterk is, slechts een korten tijd dragen. De snavel, die altijd kort, gewelfd en aan de spits omgebogen is, verschilt nog van gedaante bij de onderscheidene familiën, doch de randen der bovenkaak grijpen altijd over die van de onderkaak heen. De staart is bij de meesten groot en breed en bestaat doorgaans uit meer dan 12 stuurpennen.
De H., uitgezonderd de patrijzen, leven in polygamie; het mannetje onderscheidt zich in den regel van het wijfje door zijn prachtig gevederte, dikwijls ook door verschillend gekleurde huid-aanhangsels en door sporen aan de tarsen. De H. nestelen doorgaans op den grond, en alleen het wijfje bebroedt de eieren. De daaruit gekomen jongen kunnen bijna dadelijk loopen en zelf voedsel zoeken. De meeste maken een kunsteloos, open nest op den grond. Het voedsel der H. bestaat uit zaad, insecten, wormen enz. Men kent ongeveer 400 soorten van H., vereenigd tot 76 geslachten en 8 familiën. Deze familiën zijn:1) De steppenhoenders, Syrrhaptidae, met het mongoolsche steppenhoen, Syrrhaples paradaxus enz. (zie ald. en plaat hoenderachtige vogels III, fig. 2);
2) de zandhoenders, Pteroclidae, met het zandhoen van Senegal enz. (zie pl. III, fig. 1);
3) de patrijsachtigen, veld- of boschhoenders, Tetraonidae, waartoe behooren de kwartels, Coturnix, zie pl. III, fig. 4, de patrijzen, zie pl. III, fig. 5, de rotspatrijzen, Gaccabis (roode patrijs, Caccabis rufa, zie pl. III, fig. 8), de kuifkwartels, Lophortux, pl. III, fig. 6, de francolinen, de sneeuwhoenders, Lagopus, pl. III, fig. 3, het hazelhoen (zie ald.), de ruigpoothoenders (korhoen, Tetrao tetrix, pl. I, fig. 1), het auerhoen (zie ald. en pl. I, fig. 2), het prairiehoen;
4) de hoenders of fazantvogels, Phasianidae f Phasianinae, waartoe behooren de echte hoenders (zooals het wilde of boschhoen, of bankivahoen, Gallus bankiva s. ferrugineus, de vermoedelijke stamvader aller hoenders, verder de spiegelpauwen, Polypleetron, pl. III, fig. 9, de fazanten (zie ald. en pl. II, fig. 1 en 2), de parelhoenders en de pauwen;
5) de loophoenders, Turnieidae, met het europeesche loophoen, Turnix sylvatica, enz.;
6) de grootvoethoenders, eveneens wel loophoenders geheeten, Megapodiidae (geslachten Megapodius, Megacephalon, Tallegallus, zie pl. III, fig. 10);
7) de hokkovogels, Cracidae (hokkohoen, Crax alector, zie pl. III, fig. 7);
8) de stuithoenders, Cripturidae, gekenmerkt doordat de staart hetzij geheel ontbreekt of zeer kort is.
In Nederland komen de volgende in het wild voor: de boschfazant, de patrijs, de roode rotspatrijs, de kwartel, het korhoen, het hazelhoen, het steppenhoen (zeldzaam).