duitsch schrijver over dramatische kunst; werd na het verschijnen van zijn eersten grooteren wetenschappelijken arbeid in Aristophanes und sein Zeitalter (Berk 1827), leeraar aan het gymnasium te Bromberg; hier schreef hij Abhandlungen zur Philosophie der Kunst (dl. 1—4, Rerl. 1837—42) en Kunst der dramatischen .Darstellung (3 dln., Berl. 2de uitg. 1864). Om met te meer vrucht voor het tooneel te kunnen werkzaam zijn, vestigde hij zich te Berlijn, waar hij het plan ontwierp ter oprichting eener staatsinstelling tot vorming van dramatische kunstenaars; de gebeurtenissen van 1848 beletten de uitvoering.
In Dramaturgische Skizzen und Kritiken, gaf hij meerdere schriften over de dramatische kunst: Shakspeare in seinen höchsten Phat til fi i </< hihh n (Dresd. 1864), Dramaturgische und ästhetische Abhandlungen (Leipz. 1864) en Dramaturgische Blätter (Dresd. 1865). R. was in 1803 geb. en overl. 1871.