Hans egede

betekenis & definitie

de apostel van Groenland, werd 31 Jan. 1686 in Denemarken geboren. Eerst was hij predikant te Wogen in ’t stift Drontheim in Noorwegen, doch in 1717 begaf hij zich naar Bergen, teneinde pogingen aan te wenden om het evangelie in Groenland te verkondigen. Hier was het ook wel vroeger ingevoerd geweest, doch in den loop der tijden door gebrek aan voorgangers, geheel te niet gegaan. Vele moeilijkheden had hij te overwinnen, daar hij zelf over zeer geringe middelen kon beschikken, en noch bij den handel, noch bij de regeering, om politieke redenen, steun vond. Doch zijn volhardende pogingen en die zijner echtgenoote, Geertruida Kasch, kwamen zij eindelijk deze hinderpalen te boven. Nu een som van f18,000 bijeenverzameld te hebben, wist hij een aanstelling tot zendeling in Groenland te bekomen op een jaarlijkseh inkomen van f540. Op 12 Mei 1721 stak hij met drie schepen in zee, vergezeld door zijne vrouw, twee kinderen, en 46 personen; den 3e Juni daaraanvolgend kwam hij in Groenland aan, bij de Baalsrivier op 64° N. Br. Na door zijn groote vriendelijkheid en hulpvaardigheid het wantrouwen der inboorlingen te hebben overwonnen, gelukte het hem, na zeer veel en langdurige oefening de landstaal machtig te worden, zoodat hij nu zelf zonder hulp van een tolk het evangelie kon verkondigen. Hierbij kwam hem de hulp van zijn zoon Paul, die afbeeldingen uit de bijbelsche geschiedenis schilderde, zeer te stade. Na reusachtig veel inspanning gelukte het hem in dat onherbergzame oord een christelijke gemeente te stichten, hoewel de ontberingen, alsmede de teleurstellingen en tegenwerking het uiterste van zijn krachten vergden. Door zooveel het hem slechts mogelijk was ook de handelsbetrekkingen te bevorderen, hield hij de belangstelling der Deensche regeering gaande, die hem ieder jaar een schip met levensmiddelen zond. Na 15 jaar op Groenland te hebben doorgebracht, keerde hij naar Denemarken terug, waar hij in 1740 met den titel van superintendant, tot hoofd der Groenlandsche zending werd benoemd. Steeds arbeidde hij in het belang van dat eiland, zoowel door het stichten van een kweekschool voor de zending, als door zijne talrijke geschriften, waaronder voornamelijk bekend zijn: „Der gamle Grönlands nije perlustration elles naturel-historie” (1741) en „Omstandelig relation delse og fortsiittelse” (1738). Hij overleed in Nov. 1758.