opera-dirigent en componist, geb. 7 Juli 1860 te Kalischt in Bohemen, thans een der meest gevierde dirigenten, die in 1904 ook te Amsterdam aller bewondering wekte. Studeerde na voorafgaande voorbereiding te Iglau en te Praag.
Te Weenen bezocht M. de universiteit en het conservatorium. M. begon zijn loopbaan te Hall (Opper-Oostenrijk) als opera-dirigent; daarna te Laibach, te Olrnütz en kwam in deze functie te Praag (1885), waar hij door de opvoering van den Ring (NibeL, Wagner), symphonieën van Bruckner en de IXe van Beethoven naam maakte; daarna te Leipzig, waar hij 6 maanden Nikisch verving, in 1888 opera-directeur te Pest en was van 1891—97 eerste dirigent te Hamburg, tevens herhaaldelijk in tal van groote plaatsen gasteerend. In 1897 te Weenen, aanvankelijk als dirigent, werd M. spoedig directeur van de Kon. Keizerl. Opera. Algemeen wordt M. als een der beste opera-dirigenten erkend en doet in den laatsten tijd ook als componist van zich spreken: opera’s, symphonieën, liederen, humoresken enz. M/s composities verschijnen, gesteund door het „Gesellschaft zur Förderung deutscher Wissenschaft und Kunst” te Bohemen, bij Eberl en Co. te Weenen.