engelsch staatsman, geb. 10 Aug. 1831 te Londen; werd 1871 eerste lord der admiraliteit, regelde in 1876 met den franschman Joubert ten behoeve der buitenlandsche schuldeischers in Egypte de engelsch-fransche controle op de egyptische financiën, vertegenwoordigde in 1878 Engeland op het muntcongres te Parijs, was 1880—81 buitengewoon gezant te Konstantinopel, ter regeling der grieksche grenskwestie, sloot zich na zijn terugkomst bij de oppositie tegen het liberale ministerie aan, bestreed voornamelijk Gladstone’s Home-rulepolitiek, en kreeg in 1887 als minister van financiën zitting in het conservatieve kabinet-Salisbury, met hetwelk hij in 1892 aftrad; in het nieuwe kabinet-Salisbury was hij 1895—1900 eerste lord der admiraliteit; werd daarop tot viscount en lid van het Hoogerhuis benoemd. Het voornaamste wat hij gepresteerd heeft is de conversie der engelsche staatsschuld.
Hij schreef: The theory of foreign exchanges (Lond. 1863, 16de druk 1894), Probable results of an increase in purchasing power of gold (1883), Addresses on educational and economical subjects (1885), Conditions and prospects of trade (1885).
