Duitsch kunsthistorikus, geb. 22 Nov. 1850 te Reval, studeerde geschiedenis te Dorpat enz., Gôttingen en Bonn, bekleedde eenigen tijd een betrekking bij het hooger onderwijs te München, wijdde zich daarna meer en meer aan de kunstgeschiedenis, en werd in 1883 hoogleeraar in dit vak te Koningsbergen, in 1892 te Straatsburg; hij schreef: HarUvich van Stade (1872), Geschichte des Erzbistums Hamburg-Bremen, bis zum Ausgang der Mission (1877), Die Genesis der Christl. Basilika (1883), Die kirckliche Baukunst des Abendlandes (met G. van Bezold, 1884 v.v.) Ein Proportionsgesetz der antieken Baukunst
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk