in Engeland als F. Max-Müller bekend, taalvorscher en sanskrietkenner, geb. 6 Dec. 1823 te Dessau, studeerde te Leipzig in de klassieke philologie, philosophie, arabisch en Sanskriet en publiceerde aldaar een vertaling van het Hitopadega (1844).
Vervolgens ging hij naar Berlijn, 1845 naar Parijs, 1846 naar Engeland, waar hem door de Oostindische Compagnie de uitgave van den Rigveda werd opgedragen met den commentaar van Sajana (6 dln., Londen 1849—74; nieuwe uitg., 4 dlln., 1889— 92). Daarnaast publiceerde hij een uitgave zonder commentaar (2de dr., aid. 1877) en het eerste deel eener vertaling: Rig-VedaSanhitd, the sacred hymns of the Brahmans (aid. 1869), voortgezet in Sacred Boohs of the East (dl. 32). Sedert 1850 te Oxford, waar hem werd opgedragen, aan de universiteit voorlezingen te houden over literatuurgeschiedenis en vergelijkende grammatica, werd hij 1851 eerelid der universiteit en van het Christ-Church College, 1854 gewoon hoogleeraar in de nieuwe talen en literatuur en kwam 1856 als lid in het curatorium der Bodleiaansche Bibliotheek, waaraan hij van 1865—67 ook als bibliothecaris der oostersche afdeeling werkte. 1858 werd hij tot Fellow van All-Souls College gekozen; 1868 stichtte de universiteit te Oxford een leerstoel voor de vergelijkende philologie en benoemde M. tot eersten hoogleeraar; 1875 legde hij zijn professoraat neer, bleef echter te Oxford om op last der universiteit een reeks vertalingen der heilige boeken van het oosten uit te geven; hij werd in 1896 tot lid v. d. Privy Council benoemd en overl. 23 Oct. 1903 te Oxford. Onder de werken v. M. dienen, behalve de .aangehaalde, nog genoemd: History of ancient Sanscrit literature (1859), een grammatica van het Sanskriet (1866).
In 1879 begon onder zijn leiding de uitgave der Sacred boohs of the East, waarin van hem 1881 de vertaling van het Dhammapada, 1884 der Upanishads en 1891 der Medic Hymns. Voorts verschenen Letter to Chevalier Bunsen on the classification of the Turanian languages; Essay on comparative mythology; Lectures on the science of language; Chips from a German worhshop; Selected Essays; Lectures on the origin and growth of religion as illustrated by the religions of India; India what can it teach us?; Natural Religion; Physical Religion; Anthropological Religion; Theosophy, or psychological Religion. Met Noiré gaf hij 1881 een engelsche vertaling van Kant’s Kritik der reinen Vernunft uit (2 dln., Londen). Zijn taalphilosophisch systeem is neergelegd in Science of Thought (Lond. 1887).