Gepubliceerd op 29-01-2021

Friedrich gärtner

betekenis & definitie

Duitsch architect, geb. 10 Dec. 1792 te Koblenz, bezocht in 1812 Parijs en van 1814—18 Italië en Sicilië. Als vrucht dezer reis verscheen in 1819: Ansichten der am meisten erhaltenen Monumenten Siciliens, mit erläuterndem Text. In 1820 werd hij tothoogleeraari/d bouwkunst aan de Academie te München benoemd. Behalve ’t onderwijs in de bouwkunst werd hem weldra ook nog ’t bestuur over de porceleinfabriek en over de inrichting voor de glasschilderkunst opgedragen. In 1829 zag hij zich met den bouw der Ludwigskerk belast en daarna werd hem door den koning de voltooiing van een geheel nieuw gedeelte der stad opgedragen, terwijl hij na het heengaan van Cornelius tot directeur der Kon. Academie benoemd werd (1842); hij overl. 21 April 1844 te München, waar hij thans op de Gartnerplatz een bronzen, standbeeld heeft. Van de onder zijn leiding tot stand gekomen bouwwerken zijn de belangrijkste : de Isartpoort (1828), de Ludwigskerk (i829—45), de Bibliotheek (1831—42),‘t Blindeninstituut (1833—30), ’t Universiteitsgebouw (1835—40), allen te München. Ook buiten deze stad kwamen onder zijn leiding een aantal gebouwen tot stand. Al zijn werken dragen een gemeenschappelijk karakter en zijn bijna alle in denzelfden stijl gebouwd, die, gegrond op de werken uit de Romaansche bouwperiode, de gewijzigde vormen der Oudheid in zich heeft opgenomen en den rondboog tot hoofdkenmerk heeft.

< >