Gepubliceerd op 23-02-2021

Franz von loeher

betekenis & definitie

Duitsch geschiedschrijver, geb. te Paderborn 1818, overl. te Berlijn 1892, begon in 1846 een reis door NoordAmerika en verzamelde toen bouwstoffen voor een geschiedenis der Duitschers in dit werelddeel. Als vrucht daarvan verschenen: Das deutsche Volk in der Weltgeschichte (1847) en Geschichte drr Deutschen in Amerika (1848).

Te Paderborn teruggekeerd richtte hij de „Wesphalische Zeitung” op. In 1849 werd hij lid der pruisische Kamer, in 1853 privaat-docent in de rechten aan de universiteit te Göttingen, in 1855 professor te München; in 1865 directeur der archieven van Beieren. Van zijn werken verdienen hier nog vermeld te worden: Die Fürsten und Städte zur Zeit der Hohenstaufen (1846), System des Deutschen Provinzialrechts (1825), König Konrad 1 und Herzog Heinrich von Sachsen (1858), Jakobäa von Baiern und ihre Zeit (1861), Kaiser Friedrich 11 (1878), Geschichte der Cultur d. Deutschen im Mittel Älter (1894).

< >