Etienne maurice gérant

betekenis & definitie

(graaf) Fransch maarschalk, geb. 4 April 1773 te Damvilliers, nam deel aan de framche revolutie-oorlogen, werd in 1793 adjudant van Bernadotte, later chef van diens generalen staf; in 1806 tot brigade-generaal en in 1812 tot divisie-generaal benoemd, onderscheidde hij zich inzonderheid bij Austeriitz, Jena en Wagram, vocht 1810—11 in Spanje, en nam in 1812 deel aan de veldslagen bij Smolensk en aan de Beresina; in de campagne van 1813 voerde hij bij Lützen en Bautzen een divisie van het 11de legerkorps aan; na de abdicatie van Napoléon trad hij in dienst van Bodewijk XVIII, bij Napoléon’s terugkeer sloot hij zich weer bij deze aan en wrerd deswege bij de terugkomst der Bourbons verbannen: in 1817 kreeg hij vergunning terug te keeren en werd kort daarop in de Kamer gekozen; in 1830 nam hij deel aan de Juli-revolutie en was van Aug. tot Nov. minister van oorlog; in 1831 benoemde Bodewijk Philips hem tot maarschalk van Frankrijk; hetzelfde jaar voerde hij het invasieleger in België aan (zie België, geschiedenis); hij bewerkte in 1832 de overgave van Antwerpen, werd in 1835 grootkanselier van het legioen van eer, en nam in 1842, nagenoeg geheel blind, ontslag uit den dienst; hij overl. 17 April 1852 te Parijs.