Gepubliceerd op 20-01-2021

Erich bögh

betekenis & definitie

Deensch belletrist, geb. 17 Jan. 1822 te Kopenhagen, was achtereenvolgens onderwijzer, tooneelspeler en portretteekenaar, wijdde zich ten slotte aan de letterkunde, en won weldra de gunst van het publiek, vooral met zijn berijmde blijspelen en kluchten, waarvan hij er niet minder dan 150 schreef, waaronder zijn te noemen: Huldrcbakken (1852), Et eMfoldigt Pigebarn (1853), Kalifen paa Eventyr (1857), En Caprice (1858), Geniet fraOdsherred(18b9y, van zijn overige geschriften zijn te noemen: Syv Forélaisnmger (5'le druk 1891), Otte nye Forelcesninger (1874), Billeder paa Vers og Prose (1891); Eriadringer fra mine wnge Dage (1894), Min forste Forfattertid (1897); hij overleed 17 Augustus 1899 te Kopenhagen.

< >