Edouard duboc

betekenis & definitie

pseudoniem Robert Waldmaller, duitsch schrijver, geb. 17 Sept. 1822 te Hamburg, van fransche afkomst, werd voor den handel opgeleid, wijdde zich echter vroeg geheel aan de letteren, bereisde 1854—58 Italië, Griekenland enz; hij schreef een groot aantal romans, novellen en lyrische dichtwerken, waaronder zijn te noemen: Unterm Schindeldach, (Idyllen, Hamb. 1851); Dichters Nachtquartiere (1853), Lascia passare (1857), Gedichte ( 1857), Unterm Krummstab (Lpz. 18581, Dorfidyllen (Stuttg. 1860), Novellen (Berl. 1860), Wanderstudien (Lpz. 1861), Gehrt Hansent (roman, Berl. 1862), Mirandola.FraTedescoÇL'pz. 1866), Baronisiert, Passiflora (1868), Die kleine Gipsgieszerin (1869), Euzebius Hutzier (Hamb. 1871), Das Vermächtnis der Millionärin (roman, Lpz. 1870), Die tausendjährige Eiche im Elsasz (Berl.1870), Eusebius Hutzlers Selbstbekenntnisse (Hamb. 1871), Leid und Lust (Stuttg 1874), Schlosz Roncanet (roman, Hannov. 1874), Walpra (eligie, Lpz. 1873), Der Sekundant (Bresl. 1878), Die Verlobte (1879), Die Somosierra (Stuttg. 1881), Don Adone (rom., Bresl. 1883), Maddalena (novelle 1883), Darja, (roman, Lpz. 1884), Auf der Leiter des Glücks, Blond oder Braun? (twee novellen, 1884), Um eine Perle (1885), Das Geheimnisz (1887), Felicitas (1893), Liebesstürme (1896), Das Amulett (1896). D. schreef verder een treurspel: Brunhild (1873), een dikwijls opgevoerd tooneelstuk : Die Tochter des Präsidenten (Dresd. 1880), vertaalde Tennysons Enoch Arden (Hamb. 1867, ontelbare malen herdrukt), en In Memoriam onder den titel Freundes-Klage (4e druk 1876), gedichten van François Coppée onder den titel Kleine Geschichten aus Frankreich (Stuttg. 1881), en gaf een bloemlezing uit de werken van prinses Amalia van Saksen (7 deelen, 1873—82) in het licht. Hij geeft in zijn werken een schat van menschenkennis, vrij van moderne overdrijving.