Dipterocarpus

betekenis & definitie

Gaeiïtn. Plantengesl. van de fam. der Dipterocarpaceeën, met een 25-tal allen tropisch-aziat. soorten; het zijn hooge rijkelijk hars voerende boomen, met lederachtige bladen en tamelijk groote, witte of roode, tot trossen vereenigde bloemen; de meeste soorten komen op Java en in OostIndië voor; van meerdere soorten wordt door doorboring of insnijding van den schors hars gewonnen, hetwelk een gelijk gebruik vindt als de copaivabalsem en door de inboorlingen voor pleisters en zalven wordt gebezigd.