Diastase

betekenis & definitie

Eiwitachtige stof, die zich bij het kiemen van gerst en verschillende graansoorten en knolgewassen uit de eiwitstoffen der plant vormt; het is een zg. ongevormd ferment, dat het vermogen bezit groote hoeveelheden stijfsel in dextrine en gistbare maltose om te zetten: zij bevat behalve koolstof, waterstof en zuurstof ook stikstof, en is oplosbaar in water ; men verkrijgt haar uit waterig moutaftreksel door inwerking van alcohol, als een wit amorph poeder; men bezigt de D. in de bierbrouwerijen en bij de spiritusfabrikage; het door kiemen van de gerst en daaropvolgend dooden der kiem bereide mout bevat D., die bij een temperatuur van omstreeks 60° de stijfsel in gistbare producten omzet; door verwarming boven 75° verliest de D. haar werkzaamheid ; de aanwezigheid van mineraalzuren, alkaliën (kaustische en koolzure), metaalsoorten, arsenicum, alkaloïden, blauwzuur, looizuur, carbol, en van antiseptische middelen in het algemeen verhindert of vertraagt haar werking; op gelijke wijze als de D. werken andere ongevormde fermenten, als het emulsine in amandelen, het oplosbare ferment der gist en ook dierlijke afscheidingen, als het speeksel (ptyaline), het buikspeeksel of alvleeschvocht (pancreatine) enz.