van Griekenland noemt men een zevental mannen, die tusschen 620 en 548 v. Chr. leefden en hun praktische leeringen meestin zinrijke en korte dichterlijke spreuken (gnomen) hebben voorgesteld.
Gewoonlijk worden daartoe gerekend Solon, Thales, Pittacus, Bias, Chilon, Cleobulus en Periander.494