tiran van Corinthe, zoon van Cypselus, uit het geslacht der Heracliden, volgde zijn vader 629 v. Chr. in de regeering op.
Hij was een degelijk heerscher, die door weldoordachte maatregelen zijn alleenheerschappij zocht te bevestigen. Doch tegenstand’ tegen zijn welgemeende maatregelen in verband met huiselijk ongeluk maakte hem verbitterd, gewelddadig en wreed. Hij had in toorn zijn gemalin Melissa, de dochter van den tiran Procles van Epidaurus, gedood; Procles verried het geheim aan den zoon van P., Lycophron, die zijn afschuw tegen zijn vader op zoo ruwe wijze te kennen gaf, dat P. hem eerst verstiet, vervolgens naar Corcyra verbande. Toen hij door berouw gekweld, Lycophron uitnoodigde terug te keeren, doch deze weigerde zoolang P. in Corinthe zou leven, wilde hij afstand doen van de heerschappij in Corinthe en zich met Corcyra vergenoegen; doch de Corcyreërs, bevreesd voor de wreede heerschappij van P., vermoordden Lycophron. P. wreekte zich hierover door 300 corcyreesche knapen ter schandelijke verminking aan den koning van Lydië te zenden. Hij overleed 585 en werd opgevolgd door zijn neef Psammetichus. Zijn opneming onder de zeven wijzen werd reeds in de oudheid bestreden, ook door Plato, en niet de Corinthiër, maar P. uit Ambracia, naar men zegt een neef van hem, als wijze genoemd.