Gepubliceerd op 20-01-2021

Curaçao

betekenis & definitie

1) Gouvernement van Nederl. West-Indië, bestaande uit de eilanden Curaçao, 550 km2 groot, Bonaire of Buen-Ayre, 335 Q km., Aruba, 165 0 km., St. Martin, ten deele, 460 0 km, St. Eustatius, 200 0 km. en Saba 120 0 km.; hoofdstad Willemstad.

Het klimaat is over het geheele gouvernement droog en warm; dikwijls valt er het geheele jaar geen regen, als b.v. in 1899; orkanen komen tamelijk veelvuldig voor; in Sept. 1898 richtte een orkaan op St. Martin, St. Eustatius en Saba groote schade aan; de orkaan van 7 Aug. 1899 verwoestte op St. Eustatius een 50-tal huizen en beschadigde een nog grooter aantal, die van Sept. 1899 teisterde vooral St. Martin. Flora en fauna zie West-Indië.

De bevolking van het gouvernement C. bedroeg op 1 Jan. 1900 51.877 zielen (nl. 30.303 op het eiland C., 4926 op Bonaire, 9591 op Aruba, 3485 op het nederl. gedeelte van St Martin, 1383 op St Eustatius, 2189 op Saba), naar de geloofsbelijdenis onderscheiden in 41.674 r.-katholieken, 8383 hervormden en 1026 israëlieten (van deze laatsten 1 op Aruba, de overige op het eiland C.); op 1 Jan. 1901 had het gouvernement 52.3(31 inw. De bevolking van het eiland C. spreekt voor het grootste deel het papiamento of papiamentsch, een mengelmoes van nederl., spaansch en indiaansch; op de overige eilander. heeft het engelsch de overband; de israëlieten spreken meest spaansch; nederl. wordt ongeveer alleen door personen van nederl. afkomst en ambtenaren gesproken. Het onderwijs laat zeer veel te wenschen over. Te Willemstad bevinden zich drie openbare scholen (een vierde werd in 1899 opgeheven) waarvan 1 van meer uitgebreid onderwijs, de overige eilanden hebben geen enkele openbare inrichting van onderwijs, wel bijzondere (r.-kath.) scholen, ten getale van 13, benevens 4 te Willemstad (in 1900); op de plantage Scherpenheuvel is een seminarie voor theologanten, onder leiding van nederl. geestelijken. Op C. is een krankzinnigengesticht, op C., St. Martin en St. Eustatius zijn leprozengestichten. Te Willemstad werd in 1896 een

Geschied-, Taal-, Land- en Volkenkundig Genootschap opgericht, dat jaarlijks een verslag uitgeeft.

Het gewest heeft over het geheel een rotsachtigen, echter niet onvruchtbaren bodem, die het met behulp van kunstmatige bevloeiïng zeer productief zou kunnen worden gemaakt: hoewel de eilanden ruim in eigen behoeften zouden kunnen voorzien, moet toch nog elk jaar voor ruim ^ millioen gulden aan meel en maïs worden ingevoerd. De voornaamste der verhandelde producten zijn dividivi of watapanapeulen (een looistof), oranjeschillen (zie vorig artikel), wol, kaas, boter, maïs, vruchten, zout en houtskool; op de begrooting van 1900 werd een som van 3000 gulden uitgetrokken voor proefnemingen met de cultuur van sisal (een vezelstof van Agave rigida); de veestapel bestaat uit geiten, schapen, ezels, hoornvee, varkens en paarden; aan de kusten wordt veel aan vischvangst gedaan; op het tot het gouvernement behoorende kleine eiland Klein-Curagao bevinden zich rijke phosphaatmijnen; in 1871 verkreeg de engelschman John Godden verlof tot het ontginnen en uitvoeren van phosphaat; wegens daling der prijzen en om speculatieve redenen werd de ontginning in 1897 gestaakt en is nog niet hervat (1901); ook het ontginnen der zwavelmijnen op Saba is voorloopig gestaakt; de Aruba Island Gold Mining Company heeft het uitsluitend recht tot het winnen van goud, zilver en koper over de noordwesthelft van het eiland Aruba verkregen. Over het geheel is de geschiedenis van dit gouvernement in de laatste jaren een van gestadigen achteruitgang in elk opzicht; in 1901 nam de Tweede Kamer der Staten-Generaal een motie aan, luidende: „De Kamer van oordeel, dat de treurige toestand waarin de kolonie Curagao verkeert, het dringend noodig maakt maatregelen te beramen om verder verval te voorkomen en meerdere welvaart te.doen heerschen, noodigt de regeering uit een plaatselijk onderzoek te doen instellen naar de economische toestanden en naar de beste middelen om daarin verbetering te brengen.”

Het gouvernement C. wordt bestuurd door een gouverneur (thans jhr. De Jong van Beek), bijgestaan door een Raad van Bestuur en een Kolonialen Raad, de laatste bestaande uit de leden van den Raad van Bestuur en 8 door de Koningin te benoemen leden, en met den gouverneur tot voorzitter; op de verschillende eilanden zijn gezaghebbers gevestigd, bijgestaan door twee door de stemgerechtigden van het eiland gekozen landraden; de grondslag van het bestuur is het regeeringsreglement van 1865; de zetel van den gouverneur is Willemstad.

2) Curaçao, het grootste eiland van het gelijknamig gouvernement van Nederl. Westlndië, geographisch behoorend tot de eilanden onder den wind der Antillen, ligt in de Antillenzee, ongeveer 70 km. van de kust van Venezuela, beslaat een oppervlakte van 550 km2., en telt (1 Jan. 1900) 30.303 zielen, waaronder 5 tot 6000 voormalige slaven. C. bestaat uit twee hoofddeelen, elk met een kern van oudere eruptieve gesteenten en zich daaraan legerende krijtformaties; oud-quartaire koraalkalk verbindt de beide helften; het hoogste punt is de St. Christoffelberg (376 m.) in het z. w. De kust is rondom met lagunen bezet, die door nauwe uitgangen in gemeenschap staan met de zee. Het klimaat is warm en zeer droog. Aan de zuidkust ligt de eenige stad van het eiland, Willemstad, de hoofdstad van het gouvernement G ; overigens bevat het eiland slechts onaanzienlijke dorpen en aanplantingen, benevens eenige forten. C. werd in 1527 door de Spanjaarden bezet, in 1634 door de Nederlanders aan deze ontnomen en hen bij den Munsterschen vrede afgestaan; in 1807 door de Bngelschen veroverd, werd het ingevolge het na den vrede van Parijs tusschen Engeland en den koning der Nederlanden afgesloten verdrag weer teruggegeven.

< >