(Cedrus Loud). Plantengeslacht van de familie der Coniferen, met drie soorten, eene in don Himalaya, eene in Klein-Azië, de zg.
Ceder van den Libanon, en eene in het Atlasgebergte, die alle drie ook wel als variëteiten eener enkele soort worden beschouwd; het zijn groote boomen met altoos groene naalden en groote langwerpig ronde kegels, wier afgeronde schubben dicht op elkander staan; de naalden zijn bij Cedrus Deodara Loud. en bij de Klein-Aziatische Cedrus Libani Loud donkergroen, terwijl die van de derde soort, Cedrus aüantica een zilvergrauwe tint hebben.